Racisme: van endemie naar pandemie?
Racisme is niet nieuw. Het sluimert al eeuwen in onze samenleving. Al sinds het begin van internationaal vergelijkende statistieken kampt ons land van de hele EU met de laagste werkzaamheidsgraad voor personen met een migratieachtergrond. Maar velen leven nog steeds in de ontkenning. Beleidsmakers en publieke opinie hebben maar al te vaak de neiging om deze samenlevingsziekte weg te relativeren en te minimaliseren. Het heeft dan ook veeleer de trekken van een endemie: een ziekteverschijnsel dat vooral voorkomt lokaal of bij een beperkt deel van de bevolking. Dat verklaart allicht ook de magere interesse voor het fenomeen. Het treft een kleine groep. De rest blijft ervan bespaard. Het besmettingsgevaar is beperkt.
Vorige week bracht UNIA de nieuwe socio-economische monitor uit die de etnische diversiteit op de arbeidsmarkt verfijnd in kaart brengt. Het is al de vierde versie op rij. Die tweejarige oefening is als een thermometer die de graad van structurele discriminatie op de arbeidsmarkt meet. Het is als het ware een röntgenfoto van de arbeidsmarkt die vaststelt hoe en waar mensen met een migratieachtergrond al dan niet actief zijn. Hier dus geen onzekere statistieken die afhankelijk zijn van wie er al dan niet naar de dokter gaat en wordt getest. De monitor beperkt zich niet tot wie een melding doet van discriminatie. Hij test de ganse populatie met migratieachtergrond op symptomen van achterstelling en structurele discriminatie.
Wat stelt de monitor vast? Dat de enorme etnische kloof in de werkzaamheidsgraad niet enkel valt te herleiden tot een lager scholingsniveau, tot ongelukkige studiekeuzes voor richtingen zonder veel arbeidsmarktkansen of tot buitenlands diploma’s. Want de monitor toont aan dat een hoger diploma op de arbeidsmarkt minder oplevert voor wie een migratieachtergrond heeft. In vergelijking met je autochtone studiegenoten zonder migratieachtergrond, geraak je 3 tot 4 keer minder snel aan je eerste job. Je blijft langer hangen in de lagere looncategorieën en maakt minder promotie. En wanneer je de sector waarvoor je studeerde verlaat, werk je in minder goede jobs.
De thermometer stelt dus koorts vast. De harde cijfers leggen structurele discriminatie op onze arbeidsmarkt bloot. Zelfs met hetzelfde erkende diploma uit dezelfde studierichting kampen mensen met migratieachtergrond met een lagere kans op werk, met minder kans op een goed betaalde jobs en minder kans op een job op hun niveau. Dat is niet alleen fundamenteel onrechtvaardig voor de betrokkenen zelf. Het verzwakt ook de arbeidsmarkt als geheel. Terwijl de Coronacrisis de nood aan medisch geschoold personeel in de zorgsector op scherp stelt, blijkt dat onder de gediplomeerde masters in een zorgopleiding bij mensen met een migratieachtergrond buiten de EU nog steeds 12 procentpunt minder aan de slag is. En zijn ze dat wel, dan is het aan een loon dat één à twee salarisschalen lager ligt. De arbeidsmarkt is dus ziek. De scan toont ook aan dat de huidige overheidsbehandelingen ondermaats zijn en niet volstaan om het evenwicht te herstellen en de patiënt te genezen.
Hoewel de socio-ecnomische monitor ook aangeeft dat de werkzaamheidsgraad van mensen met een migratieachtergrond de laatste jaren lichtjes is gestegen, dreigt de Corona-crisis de lichte vooruitgang die in de laatste jaren van hoogconjunctuur werd geboekt, snel teniet te doen. Mensen met dagcontracten, IBO-contracten of in andere kortlopende werkervaringsstages, vallen zonder inkomen. Als na de coronacrisis de economische recessie in volle omvang toeslaat, zullen de recent ingestroomde werknemers met migratieachtergrond als eersten in de klappen delen volgens het ‘last in first out’-principe. En uit onderzoek weten we dat de kans op discriminatie bij aanwerving sterk toeneemt wanneer er een overaanbod is aan sollicitanten voor dezelfde functie. De patiënt dreigt dus in de toekomst nog veel zieker te worden.
We mogen het als samenleving niet zover laten komen. Laten we ook in deze crisis ook solidair zijn en de rangen sluiten. Om niet alleen de Corona pandemie aan te pakken maar ook de sluimerende endemie die de samenleving van binnenuit verzwakt en racisme heet. Dit met behulp van effectieve symptoombestrijding zoals proactieve praktijktesten die inspectiediensten toelaten om wie zich schuldig maakt aan discriminatie op te sporen en te bestraffen. En met paardenmiddelen die de ziektekiemen van de structurele ongelijkheid actief bestrijden. Op de arbeidsmarkt zijn positieve acties de medicatie. Dat zijn tijdelijke en specifieke maatregelen om de structurele discriminatie van personen met migratieachtergrond echt te remediëren en te corrigeren. Positieve acties zijn bijvoorbeeld voorbehouden plaatsen in (beroeps-)opleidingen voor mensen met een migratieachtergrond, of een minimum bereik van deze groep in alle fasen van het selectieproces. Maar niet alleen op onze arbeidsmarkt, ook op de woningmarkt, in het onderwijs, in de cultuur en vrije tijd moeten we discriminatie en racisme hardnekkig aanpakken.
Ook inzake racisme geldt dat groepsimmuniteit opbouwen veel te veel onschuldige slachtoffers eist. Dat is dus moreel onaanvaardbaar. Daarom moet de overheid ingrijpen. Drastisch ingrijpen. En de coronacrisis toont aan dat ze dat best ook doet vanuit een samenwerking tussen alle overheidsniveaus in dit land. Ze zou daarom eindelijk ook werk kunnen maken van het Nationaal Actieplan tegen Racisme dat België op de VN- conferentie van 2001 in Durban al beloofde. De eerste kiemen om te komen tot zo’n interfederaal actieplan werden door premier Wilmès gepland, met het in leven roepen van een interministeriële conferentie tegen racisme. Hopelijk vloeien hieruit sterke maatregelen. Niets doen is in elk geval geen optie meer. Want ook in deze is stilstaan achteruitgaan. En dat kunnen we ons niet langer veroorloven.
Landry Mawungu, directeur Minderhedenforum
Verschenen op 21 maart 2020, Mo Magazine
Terug naar het overzicht